KTG-onderzoek (cardiotocografie), d.w.z. monitoring van de foetale hartfunctie met gelijktijdige registratie van baarmoedercontracties, is een van de basistests in de moderne verloskunde. Ze worden uitgevoerd aan het einde van de zwangerschap en de bevalling om de toestand van de baby te kennen en zo snel mogelijk te kunnen reageren in geval van gevaar.
KTGd.w.z.cardiotocografiebestaat uit twee elementen: tokografie, d.w.z. registratie van baarmoedercontracties, en cardiografie, d.w.z. registratie van het foetale hart tarief. Waarom en wanneer wordt CTG gedaan?Voor een kind is het knijpen door het nauwe geboortekanaal geen prettige trip, maar een zeer vermoeiende inspanning. Tijdens deze vermoeiende reis wordt de baby blootgesteld aan bepaalde gevaren, die kunnen worden herkend door de frequentie van zijn hartslag te observeren. Een te lage frequentie kan bijvoorbeeld duiden op hypoxie, terwijl een versnelde hartslag een signaal kan zijn dat er een intra-uteriene infectie is opgetreden.
KTG op twee manieren
KTG-onderzoek kan op twee manieren worden uitgevoerd - via externe of interne monitoring.
- Externe monitoring- het wordt het vaakst gebruikt, het is een niet-invasief onderzoek, het brengt geen pijn of risico met zich mee. Een zwangere (of bevallende) vrouw ligt, twee gordels met twee sensoren worden op haar buik gelegd. De ene is een ultrasone transducer die de hartslag van de foetus registreert en de andere is een meter die de sterkte en duur van de samentrekkingen van de baarmoeder meet. Beide sensoren zijn aangesloten op een monitor die de meetwaarden weergeeft of afdrukt. Basis CTG-onderzoek moet 30 minuten duren, of het kan worden verlengd tot 60 minuten.
- Interne monitoring- wordt gebruikt wanneer de arts een nauwkeurigere meting nodig heeft, bijvoorbeeld wanneer hij vermoedt dat de foetus gevaar loopt. Een elektrode voor het beoordelen van de hartslag van de baby wordt op het hoofd van de baby geplaatst door deze door de baarmoederhals te steken. Het onderzoek is dus alleen mogelijk als de vliezen zijn gescheurd en de baarmoederhals minimaal 1-2 cm ontsluiting is. De sterkte van de samentrekkingen van de baarmoeder kan worden gemeten door een sensor op de buik (zoals bij externe monitoring) of door een katheter die in de baarmoeder wordt ingebracht. Omdat de sensor zichzelf in het lichaam introduceert (en dat is het ook)invasieve test), is er een klein risico op infectie. Het plaatsen van de elektrode op het hoofd kan ook pijnlijk zijn voor de baby. Om deze redenen wordt dit type monitoring zeer zelden gebruikt, alleen in gerechtvaardigde gevallen.
Opmerking:Hoewel de gegevens over de goede toestand van het kind bijna altijd betrouwbaar zijn, is de uitlezing die een abnormale toestand aangeeft soms onjuist. Dit kan te wijten zijn aan een defect apparaat of interferentie veroorzaakt door veranderingen in de ernst en frequentie van weeën. Het komt vaak voor dat de onderzochte vrouw tijdelijk een houding aanneemt waarin haar hoofdader of navelstreng is samengedrukt - na verandering van de positie van het lichaam verbetert het CTG-resultaat onmiddellijk.
Nuttig om te wetenOxytocine-test
Soms worden CTG-testen gedaan met het toedienen van zwangere oxytocine, waardoor de baarmoeder samentrekt. Op deze manier wordt de efficiëntie van de placenta gecontroleerd tijdens samentrekkingen van de baarmoeder. De arts kan deze test bestellen als de vrouw complicaties heeft gehad in een eerdere zwangerschap of als de huidige zwangerschap een risicovolle zwangerschap is.
Voldoe aan de verplichte zwangerschapstesten
Permanente bewaking
In sommige ziekenhuizen wordt foetale monitoring uitgevoerd gedurende het hele geboorteproces. Helaas kan wat gunstig is voor het kind een groot ongemak zijn voor de moeder tijdens de bevalling, omdat ze tijdens de CTG meestal niet in staat is om vrijelijk van houding te veranderen, te bewegen, enz. Als een vrouw daarom actief wil bevallen, moet ze informeer de arts hierover en vraag - als de bevalling correct is - af en toe los te koppelen van het CTG-apparaat. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt aan dat continue monitoring alleen wordt uitgevoerd in zorgvuldig geselecteerde gevallen (die gepaard gaan met een hoge kans op perinatale sterfte) en bij geïnduceerde (geïnduceerde) geboorten.
"M jak mama" maandelijks