Adenosine is een endogeen, d.w.z. purine-nucleoside dat in het lichaam wordt gevormd. Het beïnvloedt veel biochemische routes en werkt in op veel systemen in het lichaam, onder meer door verbinding te maken met zijn karakteristieke adenosinereceptoren die zich op het oppervlak van cellen bevinden.

Actie en indicaties voor het gebruik van adenosine

Adenosine is betrokken:

  • in energietransport via ATP en ADP,
  • bij het doorgeven van genetische informatie als bouwsteen van RNA en DNA
  • en bij de controle van de overdracht van zenuwimpulsen als een neurotransmitter die het centrale zenuwstelsel remt.

De binding van adenosine aan de adenosinereceptor heeft een effect op:

  • controle van pijnsensatie,
  • regulering van de bloedstroom door de hersenen,
  • slaap- en ademhalingsfuncties,
  • kan een immunosuppressief en immunostimulerend effect hebben op het immuunsysteem.

Adenosine blokkeert calciumkanalen, wat de anti-aritmische en vaatverwijdende eigenschappen beïnvloedt en een negatief dromotroop effect heeft op de atrioventriculaire knoop (vermindering van de geleidingssnelheid in de hartspier).

De indicaties voor het gebruik van adenosine zijn:

  • symptomatische paroxysmale supraventriculaire tachycardie,
  • terugkerende nodale tachycardie,
  • Recidiverende atrioventriculaire tachycardie,
  • Wolff-Parkinson-White-syndroom,
  • differentiële diagnose van supraventriculaire tachycardie met brede of smalle QRS-complexen

Adenosine is niet effectief bij de behandeling van atriale flutter, atriale fibrillatie of ventriculaire tachycardie.

Adenosine dosering

Adenosine wordt alleen als injectie-oplossing gebruikt in ziekenhuisomstandigheden met intensief medisch toezicht, onder constante ECG-bewaking. Dosering vindt plaats door middel van intraveneuze injectie, hetzij rechtstreeks in een ader, hetzij via een veneuze katheter.

De startdosering voor een volwassene is 3 mg, in geval van geen effect na 1-2 minuten is de dosering 6 mg, de maximale dosering na nog eens 1-2 minuten zonder effect is 12 mg.

Bij kinderen is de startdosis 0,1 mg per kg lichaamsgewicht (maximaal 6 mg) en de dosis kan elke keer met 0,1 mg per kg lichaamsgewicht worden verhoogd(tot 12 mg)

In geval van overdosering kan toediening van aminofylline of theofylline nodig zijn

Contra-indicaties voor gebruik en interacties

We kunnen contra-indicaties in twee groepen verdelen:

  • absoluut
  • en relatief

De eerste zijn:

  • 2e en 3e graads atrioventriculair blok,
  • ziek sinus syndroom,
  • atriale fibrillatie,
  • atriale flutter,
  • obstructieve longziekte (bijv. bronchiale astma),
  • verlengd QT-interval,
  • WPW-team (deltagolf in ECG)

Wees ook extra voorzichtig bij relatieve contra-indicaties (waarvoor aanvullend overleg met een specialist nodig is), zoals:

  • gedecompenseerd hartfalen,
  • onstabiele angina,
  • slaapapneu,
  • ernstige hypertensie,
  • rechts-links bloedlek.

Adenosine mag niet worden gebruikt bij zwangere vrouwen en mensen die borstvoeding geven

Adenosine mag niet worden toegediend aan patiënten die dipyridamol gebruiken. Er is ook een kans op interacties bij patiënten die -blokkers en β-sympathicomimetica gebruiken.

Stoffen als cafeïne, theofylline of andere xanthinen verzwakken de werking van adenosine. Er moet aan worden herinnerd dat ze aanwezig kunnen zijn in het dieet van de patiënt (koffie, thee, chocolade, cola).

Bijwerkingen van adenosine

Het gebruik van adenosine is geassocieerd met het risico op bijwerkingen. De duur van de bijwerkingen is meestal niet meer dan 1 minuut vanwege de korte halfwaardetijd van adenosine. We onderscheiden onder hen:

  • blozen in het gezicht,
  • kortademigheid,
  • bronchospasme,
  • hyperventilatie,
  • pijn op de borst,
  • misselijkheid,
  • duizeligheid,
  • zweet,
  • roes,
  • bradycardie,
  • Asystolie,
  • drukval

Categorie: