De deskundige legt uit wanneer de patiënt kan beslissen om het ziekenhuis te verlaten en wanneer het nodig is om een ​​medisch consult te bellen. De Poolse wet beschrijft drie situaties waarin u ontslagen wordt uit een ziekenhuis.

Vraag je je af of je niet te lang in het ziekenhuis hebt gelegen? Of is er misschien iemand uit uw familie ontslagen ondanks de aanhoudende ziekte? Zoek uit wanneer de dokter beslissingen kan nemen over naar huis gaan.

Wanneer is het wettelijke ontslag van een patiënt uit het ziekenhuis?

Op grond van art. 29 van de Wet op de medische activiteit, ontslag uit een ziekenhuis of andere onderneming van een medische entiteit die medische activiteiten uitvoert, zoals 24-uurs en stationaire gezondheidsdiensten, wordt uitgevoerd in de volgende situaties:

  • wanneer de gezondheidstoestand van de patiënt geen verdere klinische gezondheidsdiensten vereist (zowel intramuraal als niet-ziekenhuis);
  • op verzoek van de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
  • wanneer de patiënt de volgorde of het verloop van het proces van het verlenen van gezondheidsdiensten op grove wijze schendt, en er geen angst bestaat dat de weigering of stopzetting van gezondheidsdiensten een directe bedreiging kan vormen voor zijn leven of gezondheid, of het leven of gezondheid van andere mensen

Wie beslist over ontslag uit het ziekenhuis?

De wet specificeert niet wie de beslissing neemt over het ontslag van de patiënt. Deze bevoegdheid werd in het algemeen toegekend aan een arts, overeenkomstig § 22 van de verordening van de minister van Volksgezondheid van 21 december 2010 betreffende de soorten en de reikwijdte van medische documentatie en de methode van verwerking (uitgegeven in verband met de delegatie van artikel 30 van de Wet op de rechten van de patiënt)

Ontslag uit het ziekenhuis op eigen verzoek

Ontslag vindt plaats wanneer de patiënt of diens vertegenwoordiger een wettelijk ontslagverzoek verzendt. Een patiënt die om ontslag vraagt, moet door een arts absoluut worden geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van het stopzetten van verdere zorgverlening. Zo'n patiënt legt dan op eigen verzoek een schriftelijke verklaring over ontslag in en bij gebreke van een schriftelijke verklaring maakt de arts een passende aantekening in de medische documentatie.

Wie kan het ziekenhuis niet op eigen verzoek verlaten?

Als de patiënt een wettelijke vertegenwoordiger heeft, d.w.z. minderjarig of arbeidsongeschikt, kan hij zijn ontslag niet effectief persoonlijk eisen. Een dergelijke oplossing wordt geleid door de veiligheid van de gezondheid en het leven van de patiënt en het bestaan ​​van het feitelijke vermoeden dat een persoon die vanwege zijn leeftijd of mentale toestand juridische zorg nodig heeft, redelijkerwijs niet in staat is om belangrijke beslissingen te nemen over verdere behandeling.

De Wet op het geneeskundig handelen voorziet niet in de mogelijkheid om ontslag te weigeren in een situatie waarin het verzoek om ontslag is geformuleerd door een patiënt voor wie er sprake is van een aanwijsbare grond van arbeidsongeschiktheid, maar de patiënt is niet arbeidsongeschikt. Dan moet worden overwogen dat hij een persoon is die in staat is om onafhankelijke beslissingen te nemen.

Ontslag uit het ziekenhuis tegen de wil van de patiënt? Vraag om een ​​medische raad!

Als de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger diagnostische of therapeutische twijfels meldt (ook met betrekking tot de rechtmatigheid van ontslag naar huis na het einde van de ziekenhuisbehandeling), kunnen ze de arts die gezondheidsdiensten verleent verzoeken een andere arts te raadplegen (bijvoorbeeld een bevoegde specialist) of een medische raad bijeengeroepen. Niettemin heeft een arts het recht om te weigeren een medisch consult op te roepen of een andere arts te raadplegen als hij het verzoek ongegrond acht. Zowel het verzoek van de patiënt als de weigering van de arts moeten in het medisch dossier worden vastgelegd.

Deze kwesties worden gedefinieerd in Art. 37 over de beroepen van arts en tandarts (Journal of Laws van 2008, nr. 136, item 857, zoals gewijzigd) en Art. 6 seconden. 3-5 van de wet van 6 november 2008 betreffende de rechten van de patiënt en de ombudsman voor de rechten van de patiënt (Staatsblad van 2009, nr. 52, item 417, zoals gewijzigd).

Rechtsgrond:

Wet betreffende medische activiteit (Staatsblad van 2013, item 217)

Categorie: