Immunotherapie is een behandelmethode waarbij de cellen van het immuunsysteem van de patiënt worden gemobiliseerd om kanker te bestrijden.
Een efficiënt menselijk immuunsysteem kan kankercellen herkennen en zou ze moeten vernietigen (net als bacteriën, virussen of andere micro-organismen). Een efficiënt immuunsysteem heeft echter ook mechanismen om zijn overmatige activiteit te remmen. Deze regulatie is nodig zodat het immuunsysteem niet overactief wordt, d.w.z. zelf pijniging. Kanker gebruikt dit mechanisme om de activiteit van het immuunsysteem te blussen. Immunotherapie is verantwoordelijk voor het deblokkeren van de mechanismen van remming van het immuunsysteem. Het vermogen om kankercellen te herkennen wordt hersteld en het lichaam kan de ziekte bestrijden. Immunotherapie is een vrij nieuwe benadering in de behandeling van kanker, het is nog onbekend waarom het alleen bij sommige patiënten effectief is.
Bij patiënten met colorectale kanker wordt immunotherapie gebruikt wanneer een genetische aandoening, microsatelliet-instabiliteit (MSI-H, als gevolg van een storing in het DNA-reparatiesysteem) wordt gediagnosticeerd.
Bijwerkingen van een behandeling met immunotherapie
Immunotherapie werkt niet direct op kankercellen, maar op cellen van het immuunsysteem en activeert het. Tijdens de behandeling kan het immuunsysteem overactief zijn, wat kan leiden tot auto-immuunontstekingscomplicaties. Daarom is het erg belangrijk om de oncoloog vóór de behandeling te informeren over eventuele chronische ontstekingsziekten. Auto-immuunziekten kunnen hun beloop tijdens immunotherapie verergeren. De meest voorkomende bijwerkingen van immunotherapie zijn in de huid, het spijsverteringsstelsel, endocriene klieren (schildklier, pancreas, hypofyse, bijnieren), lever en longen.