Analyses door wetenschappers om longpathologie te onderzoeken bij patiënten die stierven aan een SARS-CoV-2-infectie, kunnen helpen bij het identificeren van belangrijke determinanten van de ernst en het herstel van de ziekte. Wat ontdekte de groep onderzoekers?

18 mensen die stierven als gevolg van COVID-19 hadden tussen maart en juli 2022 een longdissectie, en bij sommigen van hen werden ook plasmamonsters genomen voordat ze stierven. De gemiddelde leeftijd van de overledene was 67,7 jaar, de meesten van hen waren mannen. Het tijdsinterval vanaf het begin van de symptomen tot de dood varieerde van 3 tot 47 dagen.

Elke case study had ademhalingsinsufficiëntie en 12 mensen hadden mechanische beademing nodig. Alle patiënten hadden ten minste één comorbide aandoening. Volgens de gegevens die in het ziekenhuis beschikbaar waren, vertoonden deze patiënten verhoogde niveaus van C-reactief proteïne, ferritine en D-dimeren in het plasma.

De geanalyseerde resultaten laten zien hoe SARS-CoV-2 zich in de longen verspreidt, deze beschadigt en hoe het de reactie van het immuunsysteem beïnvloedt. Het ontdekte dat, in tegenstelling tot griep, COVID-19 de epitheelcellen van de luchtwegen infecteert die verantwoordelijk zijn voor het genereren en repareren van longweefsel.

Waarnemingen hebben aangetoond dat zowel directe virus-geïnduceerde effecten als immuun- en ontstekingsreacties in het lichaam van de patiënt leidden tot vroege schade aan het longepitheel en endotheel, disfunctie van de alveolaire-capillaire barrière, verminderde longweefselherstelprocessen en uitgebreide vasculaire trombose

Bovendien, waar de ziekte langer aanhoudt, heeft ziekteprogressie geleid tot overmatige longfibrose, alveolair verlies en vasculaire hermodellering. De studie vond ook veroudering van epitheel- en endotheelcellen in de COVID-19-pathofysiologie, consistent met verhoogde vatbaarheid en ernst van de ziekte bij ouderen en comorbide risicopopulaties.

RNA-sequentieanalyse onthulde aanwijzingen voor mogelijke secundaire bacteriële infectieMoraxella(7 van de 13 gevallen),Pseudomonas(6 van de 13 gevallen) ,Acinetobacter(5 van 13 gevallen) enStreptococcussoorten (2 van 13) in een subset van 13 longmonsters van patiënten.

De auteurs van de analyse zeggen dat COVID-19, in tegenstelling tot de griep, schade veroorzaaktlongziekte en de bijbehorende immuunresponsen zijn zo ernstig dat er geen co-infectie nodig is om de ziekte fataal te maken. Na het uitvoeren van het onderzoek konden wetenschappers vaststellen dat mensen die ten minste 20 dagen na het begin van de eerste symptomen stierven, hoge niveaus van longfibrose vertoonden.

De groep onderzoekers gelooft dat hun bevindingen kunnen helpen bij het voorspellen van de ernst en het herstel bij oudere of comorbide patiënten wanneer ze besmet raken met SARS-CoV-2. Bovendien kunnen de resultaten van de uitgevoerde analyses bijdragen aan de aanpassing van bestaande medicijnen voor COVID-19, afhankelijk van het stadium van de ziekte.

Categorie: